- Global Reach
- Afrika
- Amerika
- Pacifisch Azië
- Europa
- Midden-Oosten
- Transaction advisory services
- Restructuring
- Risicobeheer en compliancebeheer
- Interne audit
- GDPR & cybersecurity
- Data-analyse & process mining
- IT advisory, digitale transformatie & robotics
- Procesoptimalisatie en interne controles
- Fraude en integriteit
- Sustainability & Impact services
- Klokkenluidersdienstverlening
- Freshman Year : Valeria démarre dans l’audit après un stage réussi
- Freshman Year : les débuts réussis de Merve dans l’audit
- Freshman Year: hoe Junior Auditor Louise de juiste balans vond
- Freshman Year: Olivier werd al doende een Junior Auditor
- Freshman Year: Junior Auditor Jorien volgde haar buikgevoel
- Freshman Year: de ongewone start van Junior Auditor Sibren
In het kader van het OESO-initiatief met betrekking tot 'Base Erosion and Profit Shifting' heeft de OESO in februari richtlijnen gepubliceerd met betrekking tot de implementatie van transfer pricing documentatie en 'country-by-country' reporting.
Uit hun rapport van september 2014, blijkt dat transfer pricing documentatie op basis van 3 documenten wordt vooropgesteld. Een volledig transfer pricing dossier moet een Masterfile (gestandaardiseerde informatie voor alle groepsentiteiten), een local file (met betrekking tot materiële transacties van de lokale entiteit) en country-by-country reporting bevatten.
Invoering country-by-country-reporting
De 'country-by-country ("CbC") reporting' bevat informatie over de globale allocatie van het inkomen in de groep, een aantal indicatoren met betrekking tot de economische activiteit binnen de groep, een lijst van de verschillende entiteiten, enz.
Volgens de recente richtlijnen zouden de eerste CbC rapporten ingediend moeten worden door multinationals voor de boekjaren die starten vanaf 1 januari 2016. Groepen zouden hiervoor de tijd krijgen tot 1 jaar na het afsluiten van het betreffende boekjaar.
Enkel multinationale groepen met jaarlijkse geconsolideerde inkomsten van minder dan 750 miljoen EUR krijgen een vrijstelling om het jaarlijkse CbC rapport in te dienen. Hoewel verder geen uitzonderingen worden gemaakt, zullen toch 85% tot 90% van de ondernemingen uitgesloten worden op basis van dit criterium. In 2020 wordt een evaluatie van de 750 miljoen-drempel voorzien. Het is in principe de moedermaatschappij van de groep die het CbC-rapport moet indienen.
Het is belangrijk op te merken dat de informatie in het CbC-rapport confidentieel dient te worden behandeld. De informatie mag ook niet gebruikt worden om transfer pricing correcties uit te voeren, maar is bedoeld als risk management tool voor de belastingautoriteiten. Het CbC-rapport moet toelaten om transfer pricing risico's en andere BEPS-gerelateerde risico's te beoordelen. De informatie in het CbC-rapport zal automatisch uitgewisseld worden tussen de belastingautoriteiten van de landen waarin de groep actief is. Een implementatiepakket dient hiervoor nog verder uitgewerkt te worden.
Implementatie in België
Uit het antwoord op de parlementaire vraag van 11 maart 2015 van de heer Peter Vanvelthoven (CRIV 54 COM 11 - Vraag nr. 2774), blijkt dat ook in België overwogen wordt om transfer pricing documentatie verplicht te maken. De voorwaarde van het invoeren van verplichte transfer pricing documentatie is dat het op een evenredige wijze gebeurt en dat de regels inzake de bewijslast duidelijk zijn.
Cel Verrekenprijzen
Verder blijkt dat de Cel Verrekenprijzen nog verder uitgebreid zal worden. Gedurende de laatste jaren is het aantal voltijdse equivalenten al toegenomen. Via interne mobiliteit en gespecialiseerde opleidingen zullen zal de Cel Verrekenprijzen in de toekomst verder uitgebreid worden.
Met betrekking tot het eventueel uitbreiden van de onderzoeks-en aanslagtermijn inzake transfer pricing is het antwoord negatief. De normale onderzoeks- en aanslagtermijn blijft in principe van toepassing.