article banner
social

Hervorming van de doelgroepvermindering eerste aanwerving

Jeroen Bouwsma Jeroen Bouwsma

De Programmawet van 27 december 2021[1] heeft de regelgeving inzake de doelgroepvermindering eerste aanwerving vanaf 1 januari 2022 grondig gewijzigd.

Oude regeling

Onder de oude regeling kon een ‘nieuwe werkgever’ die een eerste werknemer aanwierf voor onbepaalde tijd genieten van een volledige vrijstelling van de patronale basisbijdragen voor de sociale zekerheid voor deze werknemer. Concreet betekende dit dat de loonkost voor deze eerste werknemer voor onbepaalde tijd werd verminderd met 25%. Een mooie korting.

Nieuwe werkgever

Dit voordeel kan enkel worden genoten door een ‘nieuwe werkgever’, nl.:

  • een werkgever die nooit onderworpen is geweest aan de RSZ-wet voor de tewerkstelling van werknemers andere dan leerlingen, dienstboden, deeltijds leerplichtigen en gelegenheidsarbeiders in de land- en tuinbouw
  • een werkgever die weliswaar in het verleden onderworpen is geweest aan de RSZ-wet maar dit voorafgaand aan het kwartaal van indienstneming al minstens vier opeenvolgende kwartalen niet meer was.

Technische bedrijfseenheid

Zelfs als er sprake is van een ‘nieuwe werkgever’, kan de vrijstelling van de werkgeversbijdragen enkel worden toegekend indien de werkgever samen met andere werkgevers geen zelfde technische bedrijfseenheid (TBE) vormt.

De eerste werknemer mag immers geen werknemer vervangen die in de loop van de 12 maanden (dag op dag) voorafgaand aan de indienstneming in dezelfde TBE werkzaam geweest is. Er moet immers sprake zijn van een ‘meertewerkstelling’ binnen de TBE.

Nieuwe regeling vanaf 1 januari 2022

Plafonnering van de vrijstelling

De vrijstelling van de patronale basisbijdrage blijft weliswaar onbeperkt in de tijd, maar wordt vanaf 1 januari 2022 geplafonneerd tot het bedrag van maximum €4.000 per kwartaal.

Dit betekent concreet dat, rekening houdende met een basispercentage aan patronale bijdragen van 25%, een brutoloon van ca. €5.330 per maand volledig vrijgesteld blijft. Op het gedeelte van het bruto maandloon van de eerste werknemer dat dit bedrag overstijgt, zijn de gewone patronale bijdragen verschuldigd.

Vooral voor ‘dure’ eerste werknemers is de ‘mooie korting’ dus net iets minder mooi.

Voor de invoering van deze wijziging is er geen overgangsregeling bepaald, hetgeen impliceert dat de plafonnering van de vrijstelling geldt vanaf 1 januari 2022 voor alle doelgroepverminderingen eerste aanwerving, dus zowel voor:

  • deze toegekend vanaf 1 januari 2022 én
  • de reeds lopende vóór 1 januari 2022.

Aan de doelgroepverminderingen voor een tweede tot een zesde aanwerving heeft men niet geraakt (forfaits en looptijd).

Nieuwe werkgever

Naast leerlingen, dienstboden, deeltijds leerplichtigen en gelegenheidsarbeiders in de land- en tuinbouw zullen vanaf 1 januari 2022 ook gelegenheidswerknemers in de horeca en flexi-job-werknemers niet meer meetellen bij de beoordeling van het begrip ‘nieuwe werkgever’.

Technische bedrijfseenheid

Eén van de meest voorkomende discussies tussen ondernemingen en de RSZ betrof de invulling van het begrip ‘technische bedrijfseenheid’ voor de doelgroepvermindering eerste aanwervingen omdat er onder de oude regelgeving geen definitie bestond.

Aan deze rechtsonzekerheid wenst de wetgever nu tegemoet te komen door het begrip ‘technische bedrijfseenheid’ uitdrukkelijk te definiëren als volgt: “de eenheid bestaande uit meerdere juridische entiteiten, met een aantoonbare sociale band door middel van minstens één gemeenschappelijk betrokken persoon, ongeacht zijn functie binnen die entiteiten, en met een gemeenschappelijkheid die zich uit in een simultane of historische socio-economische verwevenheid, respectievelijk simultane[2] of historische[3] technische bedrijfseenheid genoemd”.

Bijkomende toelichtingen omtrent de voorwaarde van ‘meertewerkstelling’ bij de concrete invulling van deze nieuwe begrippen vindt u terug in de Tussentijdse instructies van de RSZ Doelgroepvermindering eerste aanwervingen - wijzigingen 2022[4].

Besluit

De plafonnering van de vrijstelling van de patronale basisbijdrage vanaf 1 januari 2022 bij de aanwerving van een eerste werknemer door een ‘nieuwe werkgever’, zonder overgangsregeling voor vrijstellingen die reeds op 1 januari 2022 worden genoten, zal een negatieve impact kunnen hebben op de loonkost van ondernemingen.

Anderzijds zal de definiëring van het begrip ‘technische bedrijfseenheid’ hopelijk meer rechtszekerheid voor ‘nieuwe werkgevers’ doen ontstaan, zodat er minder kans zal bestaan dat zij ‘post factum’ geconfronteerd worden met een vordering vanwege de RSZ tot de betaling van achterstallige werkgeversbijdragen omdat de RSZ meent dat de vrijstelling ten onrechte werd genoten ingevolge het bestaan van een TBE.

 

[1] B.S. 31 december 2021

[2] Twee of meer ondernemingen die op de datum van indiensttreding van de nieuwe werknemer voor wie de werkgever de doelgroepvermindering wenst toe te passen, in de tijd naast elkaar actief zijn en een sociale band en een socio-economische verwevenheid met elkaar hebben.

[3] Twee of meer ondernemingen die op de datum van indiensttreding van de nieuwe werknemer voor wie de werkgever de doelgroepvermindering wenst toe te passen, een sociale band en een voorafgaandelijke socio-economische verwevenheid met elkaar hebben. De verwevenheid van de verschillende entiteiten is beperkt tot een periode van 12 maanden..  

[4] https://www.socialsecurity.be/employer/instructions/dmfa/nl/latest/intermediates#intermediate_row_bddf7b56-9953-401b-bfa0-2a710a40c6e8