article banner
accountancy

Wederopbouwreserve: praktische boekingsmethode en aandachtspunten

Sébastien Gatellier Sébastien Gatellier

De wederopbouwreserve is, zoals u weet, een specifieke fiscale stimulans waarmee de belastbare basis van de boekjaren 2021 tot 2023 kan worden verminderd voor vennootschappen die een bedrijfsverlies hebben geleden tijdens hun boekjaar dat in 2020 is afgesloten, of onder bepaalde voorwaarden zelfs in 2021.

De Commissie voor boekhoudkundige normen heeft onlangs de boekhoudkundige methode verduidelijkt die moet worden gevolgd voor de vorming van deze specifieke reserve.

Aanleggen van de wederopbouwreserve

Door middel van een wederopbouwreserve en op voorwaarde dat de vennootschap de door de toepasselijke belastingwetgeving opgelegde voorwaarden heeft nageleefd, kan een vennootschap een tijdelijke belastingvrijstelling genieten ten belope van het bedrag van de gevormde reserve. Hierdoor kan ze haar eigen vermogen versterken en haar solvabiliteit sneller herstellen.

Deze verrichting wordt als volgt geboekt:

Debet 689 Overboeking naar de belastingvrije reserves                  

                                Credit 132 Belastingvrije reserves

Het maximumbedrag dat aan een dergelijke reserve kan worden toegewezen, is gelijk aan het bedrag van het bedrijfsverlies, vastgesteld overeenkomstig de wetgeving betreffende de boekhouding en de jaarrekening, van het in 2020 afgesloten boekjaar, met een maximum van 20 miljoen euro. Dit komt meer bepaald overeen met code 9901 van het schema van de jaarrekening zoals gepubliceerd bij de Nationale Bank van België.

In afwijking hiervan kunnen vennootschappen die hun boekjaar afsluiten in de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 juli 2020, ervoor kiezen het maximumbedrag van de vrijstelling te beperken tot het bedrag van het bedrijfsverlies van hun in 2021 afgesloten boekjaar, met een maximum van 20 miljoen euro. Deze keuze wordt gemaakt wanneer de reserve voor de eerste keer wordt aangelegd en is onherroepelijk.

Uiteraard is ook de aanvulling van de wederopbouwreserve beperkt tot een bedrag per belastbaar tijdperk dat gelijk is aan de gereserveerde belastbare winst van datzelfde belastbaar tijdperk, die werd vastgesteld vóór de samenstelling van deze vrijgestelde reserve.

Gedeeltelijke terugname van de reserve in geval van specifieke verrichtingen

Zodra de reserve is gevormd, bepaalt het Wetboek van de inkomstenbelastingen dat de betrokken ondernemingen bepaalde verrichtingen met betrekking tot hun eigen vermogen niet vrij mogen uitvoeren. Het gaat om:

  • inkoop van eigen aandelen of eigen deelbewijzen ten belope van de waarde van de inkoop
  • uitkeringen of toekenning van dividenden, met inbegrip van de uitkering van een liquidatiereserve zoals bedoeld in de artikelen 184quater en 541 van het Wetboek, ten belope van het bedrag van het dividend
  • kapitaalvermindering, met inbegrip van de kapitaalvermindering zoals bedoeld in artikel 537 van het Wetboek, of elke andere vermindering of verdeling van het eigen vermogen, ten belope van het bedrag van de kapitaalvermindering of verdeling.

In dat geval wordt de eerder aangelegde wederopbouwreserve, in de hierboven vermelde mate, belastbaar voor het belastbare tijdperk waarin die verrichtingen werden doorgevoerd.

De volgende boeking moet dan gebeuren:

Debet 132 Belastingvrije reserves

                           Credit 789 Onttrekkingen aan de belastingvrije reserves

Voorbeeld

We nemen als voorbeeld een vennootschap die een wederopbouwreserve heeft aangelegd voor een bedrag van €250.000 tijdens haar op 31 december 2021 afgesloten boekjaar. Bij de bestemming van het resultaat van het boekjaar dat eindigt op 31 december 2022, wordt beslist een bedrag van €100.000 uit te keren als dividend over het boekjaar 2022. De vennootschap moet dus €100.000 terugnemen van de wederopbouwreserve, door middel van de bovenstaande boeking.

Gedeeltelijke terugname ten gevolge van een daling van de loonmassa

De belastingwetgeving met betrekking tot de wederopbouwreserve vereist ook een nauwgezette opvolging van de post ‘620 Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen’, zoals opgenomen in de jaarrekening van de vennootschap. Deze post omvat de brutobezoldigingen en de rechtstreekse sociale bijdragen die worden uitbetaald aan bestuurders of zaakvoerders met een arbeidsovereenkomst, directiepersoneel, bedienden, arbeiders en andere personeelsleden. Met rechtstreekse sociale voordelen worden de voordelen bedoeld die niet vrijgesteld zijn binnen de personenbelasting.

Volgens de belastingwetgeving mag het bedrag van post ‘620 Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen’ voor de boekjaren waarin een wederopbouwreserve in de rekeningen van de vennootschap aanwezig is, niet lager zijn dan 85% van het bedrag dat voor diezelfde post is vastgesteld op de afsluitdatum van het boekjaar dat is afgesloten in 2019. Deze analyse moet dus van jaar tot jaar worden uitgevoerd en het eventueel vastgestelde tekort moet in mindering worden gebracht van de wederopbouwreserve, die dus belastbaar wordt voor dit gedeelte.

Dit wordt als volgt geboekt:

Debet 132 Belastingvrije reserves

                                Credit 789 Onttrekkingen aan de belastingvrije reserves

Op te merken valt dat het bedrag dat als gevolg van de vastgestelde tekorten belastbaar kan worden, beperkt blijft tot het bedrag van de in de rekeningen aanwezige wederopbouwreserve.

Telkens de hierboven vermelde ratio van 85% niet wordt nageleefd, wordt het daadwerkelijk lagere bedrag dat in het geobserveerde jaar wordt bereikt zelf een nieuwe drempel die in aanmerking zal worden genomen bij de analyse van de naleving van de voorwaarden in verband met de loonmassa in de volgende jaren. De wederopbouwreserve kan dus niet worden heraangevuld als de gewenste ratio gedurende slechts één jaar niet werd bereikt, maar wel in het daaropvolgende jaar opnieuw wordt bereikt. De sanctie is dus definitief.

Voorbeeld

We nemen als voorbeeld een vennootschap die een wederopbouwreserve heeft aangelegd voor een bedrag van €250.000 tijdens haar op 31 december 2021 afgesloten boekjaar, dat overeenstemt met het bedrag van het bedrijfsverlies van haar op 31 december 2020 afgesloten boekjaar. In 2019 stond in de post ‘620 Bezoldigingen en sociale voordelen’ een bedrag van €100.000 vermeld. De ratio van 85% die bij de aanvankelijke vergelijking moet worden nageleefd, komt dus uit op een bedrag van €85.000.

Met als gevolg:

  • Indien de post ‘620 Bezoldigingen en sociale voordelen’ in de loop van het boekjaar 2022 een saldo van €80.000 vertoont, moet bij de afsluiting van de rekeningen over het jaar 2022 een bedrag van ongeveer €5.000 worden teruggenomen uit de wederopbouwreserve, waardoor deze reserve op een bedrag van €245.000 wordt gebracht.
  • Indien de post ‘620 Bezoldigingen en sociale voordelen’ in de loop van het boekjaar 2023 een saldo van €70.000 vertoont, moet bij de afsluiting van de rekeningen over het jaar 2023 aanvullend een bedrag van €10.000 worden teruggenomen uit de wederopbouwreserve, waardoor deze reserve op een bedrag van €235.000 wordt gebracht.

Behandeling van de wederopbouwreserve bij vereffening van de vennootschap

Er is geen tijdslimiet vastgesteld voor de boekingsduur van de wederopbouwreserve aan de passiefzijde van de balans. Op te merken valt echter dat de wederopbouwreserve ten laatste bij de afsluiting van de vereffening van de vennootschap belastbaar wordt.

Conclusie

De wederopbouwreserve is zeker een kans voor vennootschappen die in 2020 en deze laatste maanden verzwakt zijn door de gevolgen van de crisis die we hebben doorgemaakt, waardoor ze de belasting die mogelijk verschuldigd is op de volgende belastbare winst in de tijd kunnen uitstellen. De toepassing van de wetgeving vereist evenwel een nauwgezette opvolging van bepaalde boekhoudkundige posten om ervoor te zorgen dat de verschillende door de wetgeving opgelegde maxima worden nageleefd.

 

Onze accountants en belastingadviseurs staan voor u klaar om uw wederopbouwreserve zo goed mogelijk te optimaliseren. Aarzel niet om met een van hen contact op te nemen als ook u deze fiscale kans ten volle wilt benutten.