article banner
legal

Wijziging procedure aanvraag beroepskaarten

Cindy Vermeiren Cindy Vermeiren

Wanneer men zich als niet-Belg wil vestigen als zelfstandige, in eigen naam, binnen een rechtspersoon of via een andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid, moet men hiervoor een beroepskaart aanvragen. Elk gewest kent hiervoor een eigen procedure en eigen regels. Deze bijdrage gaat enkel in op de procedure en regels die gelden in het Vlaams Gewest. Op 15 oktober 2021 werd een nieuw Vlaams decreet goedgekeurd waarin de tot dan toe geldende voorwaarden en aanvraagprocedure werden aangepast.

De nieuwe regels traden op 1 januari 2022 in werking. Voor buitenlandse ondernemers met een geldige elektronische verblijfskaart werd het vanaf 1 februari 2022 technisch mogelijk een aanvraag in te dienen via het WSE-loket van het departement Werk & Sociale Economie. Op dit ogenblik kunnen buitenlandse ondernemers die zich nog niet officieel in Vlaanderen hebben gevestigd, nog geen aanvraag indienen via deze weg. Zij moeten zich nog steeds wenden tot een erkend Ondernemingsloket of de Belgische consulaire dienst van het land waarin ze officieel verblijven.

Belangrijk om mee te geven is dat deze aanvraagprocedure enkel betrekking heeft op de eerste beroepskaart en dus niet geldt voor hernieuwingen of verlengingen.

Recht op een vrijstelling?

De Vlaamse regering kan personen vrijstellen van de verplichting tot aanvraag van een beroepskaart.

Zo hebben onderdanen van de EER, IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland een vrijstelling, evenals, onder bepaalde voorwaarden, hun familieleden. Britse onderdanen dienen, naar aanleiding van de Brexit, echter wel een beroepskaart aan te vragen wanneer ze zich in België wensen te vestigen en zelfstandige activiteiten willen uitoefenen. We merken op dat, in bepaalde gevallen, men ondanks een vrijstelling toch een Limosa-aangifte moet doen, bijvoorbeeld wanneer de activiteit zich kadert in de bouw- of vleessector of de schoonmaakindustrie.

Heeft men geen recht op een vrijstelling, dan is belangrijk om te beslissen waar in België men zich wenst te vestigen (zetel vennootschap, persoonlijke verblijfplaats). Zal de onderneming meerdere vestigingen kennen, dan bepaalt de zetel van de rechtspersoon of het domicilieadres waar de aanvraag moet gebeuren. Het Brussels Hoofdstedelijk en Waals Gewest hebben hun procedure immers niet aangepast. Krijgt men van het bevoegde gewest een goedkeuring, dan mogen de activiteiten in gans België uitgeoefend worden. Zelfstandige activiteiten mogen niet gestart worden vóór de uitreiking van de beroepskaart.

Algemene voorwaarden[1]

De nieuwe voorwaarden gelden voor alle aanvragen vanaf 1 januari 2022, ongeacht of deze kaart recht geeft op een verblijf als arbeidsmigrant of niet. Ondernemers die hun huidige beroepskaart willen verlengen of wijzigingen wensen aan te brengen, kunnen dit echter ook na 1 januari 2022 blijven doen volgens de oude voorwaarden.

De aangepaste voorwaarden hebben hun weerslag op zowel de activiteiten als de persoon die de aanvraag wenst in te dienen.

Om in aanmerking te komen voor een beroepskaart moeten de activiteiten:

  1. economisch levensvatbaar zijn
  2. een positieve invloed hebben op de markteconomie en de werkgelegenheid
  3. voldoen aan de eisen inzake openbare orde en de veiligheid
  4. voldoen aan de belastingverplichtingen, sociale wetgeving en indien van toepassing het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de uitvoeringsbesluiten ervan, en
  5. een meerwaarde bieden op innovatief, economisch of cultureel, artistiek, sportief vlak.

De voorwaarden voor de natuurlijke persoon die de beroepskaart wenst aan te vragen, werden eveneens aangescherpt.

Zo gelden vanaf 1 januari 2022 voor deze persoon volgende voorwaarden:

  1. Men dient in het bezit te zijn van minimaal een diploma secundair onderwijs (kwalificatieniveau 4).
  2. De persoon mag geen bedreiging vormen voor de openbare orde en de veiligheid.
  3. Deze persoon dient te voldoen aan alle verplichtingen met betrekking tot belasting, sociale wetgeving en indien van toepassing het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de uitvoeringsbesluiten ervan.
  4. Men dient de wettelijke voorschriften en reglementeringen rond specifieke beroepen te respecteren - en
  5. Men moet kunnen bewijzen dat men in het eigen levensonderhoud en indien van toepassing dat van het gezin kan voorzien door middel van stabiele, toereikende en regelmatige bestaansmiddelen.

Kan aan de voorwaarden voldaan worden en is de beslissing gevallen op een vestiging in het Vlaams Gewest, dan dient de ondernemer zijn dossier samen te stellen met verschillende documenten. Het ontbreken van een document zal de onontvankelijkheid van de aanvraag tot gevolg hebben.  

Naast de algemene documenten, zijnde een kopie buitenlandse identiteitskaart, paspoort of verblijfsvergunning, kopie diploma, ondernemings- en financieel plan, bewijs voldoende financiële middelen (bewijs uitkering loon zelfstandige activiteit en loon afgelopen 12 maanden) en uittreksel strafregister (niet ouder dan 6 maanden), moet men, afhankelijk de categorie van de aanvraag en de vorm van de onderneming, bijkomende stukken bezorgen.

De aan te leveren documenten dienen opgemaakt te zijn in het Nederlands, Frans, Duits of Engels. Is dit niet het geval, dan moet het document vertaald worden door een beëdigd vertaler en moeten zowel het originele als het vertaalde document overgemaakt worden bij de aanvraag. Laat men de documenten vertalen door een in het buitenland gevestigde beëdigd vertaler, dan dienen de documenten eveneens te worden voorzien van een legalisatie of apostillestempel van de bevoegde instantie in het land van afgifte.

Verloop van de procedure

Na ontvangst van de aanvraag en betaling zal de bevoegde dienst bekijken of het dossier volledig (ontvankelijk) is. Als dit niet het geval is, dan wordt men hiervan op de hoogte gebracht en begint een termijn van 30 dagen te lopen. Tijdens deze periode kan men nog bijkomende stukken bezorgen.

De beslissing rond de beroepskaart wordt in principe genomen binnen 120 dagen nadat het dossier ontvankelijk werd verklaard. De bevoegde dienst heeft echter het recht om deze termijn te verlengen indien nodig.

Werd het dossier geweigerd of ingetrokken, dan kan een beroep ingesteld worden bij de bevoegde Vlaamse minister van werk. Tijdens een beroepsprocedure zal men advies vragen aan verschillende partijen, echter niet meer aan de Raad voor Economisch Onderzoek inzake Vreemdelingen. Bij een definitieve weigering of intrekking kan men gedurende 1 jaar geen nieuwe aanvraag indienen voor dezelfde activiteit, tenzij men elementen kan aanbrengen waardoor het dossier wel ontvankelijk kan worden verklaard.

Werd de aanvraag ingediend via het WSE-loket en goedgekeurd, dan ontvangt men geen fysieke kaart meer. Heeft een mandataris de aanvraag ingediend, dan ontvangt men nog wel een papieren document.

De duurtijd

Onder het oude beleid was een beroepskaart 5 jaar geldig. Dit werd gewijzigd en is voortaan afhankelijk van de aangevraagde categorie.

Een kaart uitgereikt op basis van innovatieve meerwaarde, zal 3 jaar geldig zijn. Een toekenning op basis van economische meerwaarde geldt meestal voor 2 jaar. Een beroepskaart die wordt verstrekt omwille van culturele, artistieke of sportieve meerwaarde, zal een duurtijd kennen die afhankelijk is van de looptijd van het project.

De beroepskaart vervalt automatisch wanneer de houder niet langer beschikt over een wettig verblijf.

 

[1] Artikel 5 van het decreet