article banner
Legal

Nieuwe regels in verband met oneerlijke marktpraktijken

Marc Van den Bossche Marc Van den Bossche

De wetgever heeft op 4 april 2019 het Wetboek van Economisch Recht (WER) gewijzigd om enkele beschermingsmechanismen in te voeren binnen B2B-relaties. Het doel hierbij is om bij het handelen en contracteren tussen ondernemingen onderling de ‘zwakkere’ partijen te beschermen tegen misbruiken door de ‘sterkere’ partijen. Bijgevolg sluipen principes van het consumentenrecht binnen in de B2B-wereld.

Hierna gaan we in op de nieuwe regels over de zogenaamde oneerlijke marktpraktijken. In een latere editie van deze nieuwsbrief gaan we verder in op onrechtmatige (onevenwichtige) bedingen én bedingen die het gevolg zijn van misbruik van economische afhankelijkheid.

Algemeen verbod

Het algemeen verbod op oneerlijke marktpraktijken blijft behouden. Hierbij gaat het om elke met de eerlijke marktpraktijken strijdige daad, waardoor een onderneming de beroepsbelangen van een of meer andere ondernemingen schaadt (of kan schaden).  

In het bijzon­der worden de volgende marktpraktijken, begaan ten opzichte van andere ondernemingen, uitdrukkelijk als oneerlijk beschouwd:

marktpraktijken die

  1. misleidend zijn,
  2. agressief zijn,
  3. een verboden daad in de hand werken.

Misleidende marktpraktijken  

Hierbij gaat het om alle praktijken die:

  • door onjuiste en/of op een bepaalde manier gepresenteerde informatie een onderneming een besluit over een transactie doen nemen die zij anders niet genomen zou hebben
  • door die onderneming te misleiden (‘bedriegen’) over één of meerdere essentiële elementen, onder meer:
  1. het bestaan of de aard van het product
  2. de voornaamste kenmerken van het product
  3. de reikwijdte van de verplichtingen van de onderneming
  4. de prijs of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel
  5. de noodzaak van een dienst, onderdeel, vervanging of reparatie
  6. de hoedanigheid, kenmerken en rechten van de onderneming (o.a. identiteit, vermogen, kwalificaties, erkenning, enz.)
  7. de rechten van de andere onderneming, of de risico’s die zij eventueel loopt
  8. marketing van een product, o.a. door vergelijkende reclame, op zodanige wijze dat verwarring wordt geschapen met andere producten, handelsmerken, enz.
  9. de niet-nakoming door de onderneming van verplichtingen die opgenomen zijn in een sectorale gedragscode
  10. het mededelen van afbrekende gegevens over een andere onderneming, haar goederen, diensten of activiteit.1

Het merendeel van deze bepalingen sluit zeer nauw aan bij het juridisch concept ‘bedrog’.

Ook een zogenaamde ‘omissie’ - dit is het nalaten om een bepaalde handeling te stellen - kan een misleidende marktpraktijk zijn. We begrijpen hier onder meer:

  1. het weglaten of verborgen houden van essentiële informatie die de andere onderneming nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, en haar ertoe brengt of kan brengen om een besluit over een transactie te nemen dat zij anders niet had geno­men
  2. het op onduidelijke, onbegrijpelijke, dubbelzinnige wijze laattijdig verstrekken van essentiële informatie of van het oogmerk, en zo de andere onderneming er (mogelijk) toe brengen een besluit over een transactie te nemen dat zij anders niet had genomen
  3. het niet geven of onduidelijk weergeven van essentiële informatie of van de eigenlijke commerciële bedoeling, in reactie op een antwoord van de andere onderneming.2

De context wordt hierbij in aanmerking genomen, alsook de beperkingen van het gebruikte medium. Een smartphone bijvoorbeeld zal leiden tot een meer beknopte informatieverschaffing.  De inspanningen die de onderneming levert om de informatie langs andere wegen ter beschikking te stellen, zullen eveneens meewegen in de beoordeling.   

Blijven ook verboden als specifieke, misleidende marktpraktijken:

  1. factuurmarketing, waarbij een factuur of een gelijkaardig document opgestuurd wordt en daardoor de indruk wordt gegeven dat er reeds besteld werd
  2. reclameronseling, tenzij onder bepaalde voorwaarden
  3. het opzetten, promoten of beheren van piramidesystemen.

Agressieve marktpraktijken  

Hierbij is er sprake van ‘geweld’ of ‘ongepaste beïnvloeding’, waardoor de keuzevrijheid van de andere onderneming wordt beperkt, en laatstgenoemde wordt aangezet tot het nemen van een besluit dat zij anders niet zou hebben genomen.

Met ongepaste beïnvloeding wordt hier bedoeld: het uitbuiten door een onderneming van een machtspositie (ongelijkheid tussen een sterke en een zwakke partij) ten aanzien van de andere onderneming om (zelfs zonder fysiek geweld of dreiging hiermee) druk uit te oefenen op een wijze die het vermogen van de andere onderneming om een geïnformeerd besluit te nemen, aanzienlijk beperkt. Deze term is ruim te interpreteren.

Er moet rekening worden gehouden met de concrete omstandigheden, zoals:

  • het tijdstip, de plaats, de aard en het volgehouden karakter van de marktpraktijk
  • het gebruik van dreigende of grove taal of gedragingen
  • het bewust uitbuiten van bepaalde tegenslagen of omstandigheden
  • door de onderneming opgelegde, kosten meebrengende of bovenmatige belemmeringen ten aanzien van rechten die de andere onderneming uit hoofde van het contract wil uitoefenen
  • het dreigen met onwettelijke maatregelen
  • de contractuele positie waarin de onderneming zich bevindt.3

Het ongevraagd leveren van producten of diensten (de zogenaamde afgedwongen aankoop) blijft verboden en wordt gezien als een agressieve marktpraktijk. De onderneming die dergelijk goed of dergelijke dienst ontvangt, moet hier niet op reageren en kan het goed / de dienst als verworven beschouwen.

Sancties en inwerkingtreding  

De onderneming die een oneerlijke marktpraktijk begaat, kan zich niet beroepen op de rechtsgevolgen ervan. Contractuele bepalingen die het gevolg zijn van een dergelijke praktijk, zijn bijgevolg nietig. 

Bovendien zijn misleidende of agressieve marktpraktijken strafbaar.

Ook kunnen belanghebbenden en de bevoegde minister een stakingsvordering (vordering tot stopzetting) instellen tegen oneerlijke marktpraktijken.

Het arsenaal middelen om op te treden tegen oneerlijke praktijken in een B2B-context werd dus gevoelig uitgebreid. De nieuwe regels inzake oneerlijke marktpraktijken zijn in werking getreden op 1 september 2019.

 

 

1. Zie ook De Balans, editie van 15.11.2019

2. Zie ook De Balans, l.c.

3. Zie ook De Balans, l.c.