article banner
Legal

Uw bedrijfsgeheimen voortaan beter beschermd

Jeroen Bouwsma Jeroen Bouwsma

Nieuw wettelijk kader

In het Belgisch recht bestond er tot voor kort geen algemeen en homogeen juridisch kader om bedrijfsgeheimen te beschermen. Afhankelijk van de situatie werd een zogenoemde ‘schending van bedrijfsgeheimen’ beschouwd als een overtreding van de Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten (meer specifiek artikel 17, 3°), als een daad van oneerlijke concurrentie of als een overtreding van de zorgvuldigheidsnorm, wat dan weer aanleiding gaf tot buitencontractuele aansprakelijkheid. Ook in andere EU-lidstaten bestond er een gefragmenteerd beleid voor de bescherming van bedrijfsgeheimen.

Omwille van het toegenomen risico op onrechtmatige verkrijging van bedrijfsgeheimen en het gebrek aan geharmoniseerde juridische bescherming van bedrijfsgeheimen op Europees niveau, werd er een Europese richtlijn uitgewerkt om hieraan tegemoet te komen. Deze Europese richtlijn[1] werd omgezet naar Belgisch recht in de Wet betreffende de bescherming van bedrijfsgeheimen[2], waarvan de krachtlijnen hierna worden weergegeven.

Wat is een bedrijfsgeheim?

Bedrijfsgeheimen omvatten de knowhow van een onderneming, de fabrieks- of zakengeheimen of bepaalde andere informatie van een onderneming die geheim is en die daarom een commerciële waarde heeft. In de Wet betreffende de bescherming van bedrijfsgeheimen wordt een ‘bedrijfsgeheim’ gedefinieerd als informatie die aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet:

  1. De informatie is geheim (m.a.w. niet algemeen bekend bij of gemakkelijk toegankelijk voor personen binnen de kringen die zich gewoonlijk bezighouden met de desbetreffende soort informatie).
  2. De informatie bezit handelswaarde omdat zij geheim is (zowel effectieve als potentiële handelswaarde), en
  3. De informatie is door de persoon die rechtmatig daarover beschikt onderworpen aan redelijke (veiligheids)maatregelen om deze geheim te houden.[3]

(On)rechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken van bedrijfsgeheimen

De verkrijging van een bedrijfsgeheim is onrechtmatig wanneer dit zonder de toestemming van de houder gebeurde door:

  1. onbevoegde toegang, toe-eigenen of kopiëren van documenten, voorwerpen, materialen, etc. waarover de houder van het bedrijfsgeheim rechtmatig beschikt en die het bedrijfsgeheim bevatten of waaruit het bedrijfsgeheim kan worden afgeleid
  2. andere gedragingen die, gezien de omstandigheden, worden beschouwd als strijdig met de eerlijke handelspraktijken.

Het gebruiken of openbaar maken van een bedrijfsgeheim is onrechtmatig wanneer dit, zonder de toestemming van de houder, wordt verricht door een persoon:

  1. die het bedrijfsgeheim onrechtmatig heeft verkregen
  2. die een inbreuk heeft gepleegd op een geheimhoudingsovereenkomst of een andere vertrouwelijkheidsverplichting betreffende het niet-openbaar maken van het bedrijfsgeheim
  3. die een inbreuk heeft gepleegd op contractuele of andere verplichtingen tot beperking van het gebruik van het bedrijfsgeheim.

Het verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van een bedrijfsgeheim wordt ook als onrechtmatig beschouwd wanneer een persoon op het moment van het verkrijgen, gebruiken of openbaar maken wist of, gezien de omstandigheden, had moeten weten dat het bedrijfsgeheim direct of indirect werd verkregen van een andere persoon die het bedrijfsgeheim op een onrechtmatige manier gebruikte of openbaar maakte.

Er bestaan echter uitzonderingen, met name wanneer het verkrijgen, gebruiken en/of openbaar maken:

  • dient om het recht op de vrijheid van meningsuiting en van informatie uit te oefenen
  • noodzakelijk is voor de informatie en raadpleging van werknemers en hun vertegenwoordigers (teneinde collectieve overeenkomsten te kunnen sluiten)
  • dient om een fout en/of een illegale activiteit aan het licht te brengen en zo het algemeen belang te beschermen (de zgn. ‘klokkenluiders’)
  • dient om een legitiem belang te beschermen dat wordt erkend door de wetgeving van de Europese Unie of het nationale recht.

Actiemiddelen

De (rechtmatige) houder van het bedrijfsgeheim heeft verschillende actiemiddelen ter beschikking om zijn bedrijfsgeheim(en) te beschermen. Hij kan de rechter verzoeken om:

  • de staking van, of het verbod op de verkrijging, het gebruik of de openbaarmaking van het bedrijfsgeheim
  • het verbod om de inbreukmakende goederen te produceren, aan te bieden, in de handel te brengen of te gebruiken, of om de inbreukmakende goederen voor deze doeleinden in te voeren, uit te voeren of op te slaan
  • het terugroepen van de inbreukmakende goederen van de markt
  • het ontdoen van de inbreukmakende goederen van hun inbreukmakende hoedanigheid
  • de vernietiging van de inbreukmakende goederen of, indien van toepassing, het uit de handel nemen ervan, op voorwaarde dat het uit de handel nemen geen afbreuk doet aan de bescherming van het betrokken bedrijfsgeheim
  • de gehele of gedeeltelijke vernietiging van de documenten, voorwerpen, materialen, substanties of elektronische bestanden die het bedrijfsgeheim bevatten of belichamen, of, indien van toepassing, de gehele of gedeeltelijke overhandiging aan de houder van het bedrijfsgeheim van die documenten, voorwerpen, materialen, substanties of elektronische bestanden.

Deze vorderingen moeten echter wel binnen een redelijke termijn worden ingesteld. De Belgische wetgever heeft geopteerd voor een verjaringstermijn van 5 jaar, hoewel hierop uitzonderingen bestaan.

De voorgenoemde maatregelen doen geen afbreuk aan enige schadevergoeding die aan de houder van het bedrijfsgeheim verschuldigd kan zijn vanwege het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van het bedrijfsgeheim. Om hierop aanspraak te kunnen maken, moet echter wel de fout van de inbreukmakende partij (met name een contractuele of buitencontractuele fout), alsook het oorzakelijk verband en de te herstellen schade worden aangetoond.

Wat met de kennis van werknemers en/of zelfstandige medewerkers?

Wanneer een van uw medewerkers uw organisatie verlaat, neemt hij zijn opgebouwde kennis, maar mogelijk ook bepaalde bedrijfsgeheimen mee. Wat als deze medewerker op zijn of haar laatste werkdag nog snel wat kennis ‘opslaat’ op een USB-stick of doormailt naar zichzelf? Hoe kan u zich als werkgever hiertegen beschermen?

Ingevolge de Wet betreffende de bescherming van bedrijfsgeheimen werd het voormelde artikel 17, 3° van de Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten aangepast. De werknemer is vanaf nu verplicht om, “zowel tijdens de duur van de (arbeids-)overeenkomst als na het beëindigen ervan, zich ervan te onthouden […] een bedrijfsgeheim […] waarvan hij in de uitoefening van zijn beroepsarbeid kennis kan krijgen, op onrechtmatige wijze te verkrijgen, te gebruiken of openbaar te maken […], alsook geheimen in verband met persoonlijke of vertrouwelijke aangelegenheden, waarvan hij in de uitoefening van zijn beroepsarbeid kennis kan hebben, bekend te maken”.

Gezien de rechter bij het bepalen van de te nemen maatregelen ook rekening moet houden met de maatregelen die zijn genomen om het bedrijfsgeheim te beschermen, is het belangrijk dat u als werkgever hiervoor actie onderneemt. Zo kan u bijvoorbeeld in een reglement vastleggen hoe men geacht wordt om te gaan met confidentiële informatie, wie mag omgaan met deze confidentiële informatie, etc. U dient er als werkgever ook op toe te zien dat de werknemers voldoende geïnformeerd zijn over wat al dan niet beschouwd wordt als een bedrijfs- of zakengeheim. Zo kan u bijvoorbeeld in datzelfde reglement een opsomming geven van de confidentiële informatie (bijvoorbeeld strategische informatie, prijstabellen, marketingplannen, etc.). U zal met andere woorden moeten kunnen aantonen dat u alle maatregelen heeft genomen om de informatie te beschermen opdat uw werknemer de kans niet krijgt om deze confidentiële informatie te gebruiken wanneer hij start bij een nieuwe werkgever.

In geval van internationale tewerkstelling zal het belangrijk zijn om het toepasselijke recht te bepalen dat van toepassing is tijdens de internationale tewerkstelling. Gezien het een richtlijn betreft, zullen er hoe dan ook toch verschillen ontstaan tussen het nationale recht van de verschillende lidstaten. U doet er dan ook goed aan om een geheimhoudingsclausule op te nemen volgens het toepasselijke recht opdat de clausule afdwingbaar zou zijn.

In contracten met zelfstandige medewerkers is het van belang dat u voldoende afdwingbare geheimhoudingsclausules opneemt die zowel tijdens als na afloop van het contract blijven doorwerken.

 

 

[1] Richtl. EP & Raad nr. 2016/943, 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan, Pb.L. 15 juni 2016, afl. 157, 1-18. (hierna “(de) Richtlijn”)

[2] Wet 30 juli 2018 betreffende de bescherming van bedrijfsgeheimen, BS 14 augustus 2018, 64584. (hierna “(de) Wet Bescherming Bedrijfsgeheimen”)

[3] Art. I.17/1, 1° Wetboek Economisch Recht (WER)