article banner
Legal

Creatie van een UBO-register: de anonimiteit van aandelenbezit brokkelt verder af

Op 18 september 2017 werd er een nieuwe anti-witwaswet goedgekeurd, die op 16 oktober 2017 in werking is getreden en die de anti-witwaswet van 11 januari 1993 integraal vervangt. In dit artikel zoomen wij in op een vernieuwing in die nieuwe anti-witwaswet, die een belangrijke impact kan hebben voor ondernemers, met name de creatie van een 'Register van uiteindelijke begunstigden' ('UBO-register'). Via dit UBO-register kan de fiscus een (nog) beter beeld krijgen van welke aandelen een natuurlijk persoon bezit.

De vernieuwing: creatie UBO-register

Ook onder de oude anti-witwaswet waren bestuurders van niet-beursgenoteerde vennootschappen, stichtingen, vzw's, fiducieën en trusts reeds verplicht om de uiteindelijke begunstigde(n) van hun entiteiten te identificeren. Onder de oude anti-witwaswet waren zij evenwel enkel verplicht deze informatie te delen met hun dienstverleners die onder het toepassingsgebied van de oude wet vielen (bijv. notaris, advocaat, accountant, bedrijfsrevisor, banken).

Een van belangrijkste vernieuwingen van de nieuwe anti-witwaswet is evenwel dat er een 'Register van uiteindelijke begunstigden' (hierna 'UBO-register') wordt gecreëerd, waaraan de bestuurders van niet-beursgenoteerde vennootschappen, stichtingen, vzw's, fiducieën en trusts voortaan de informatie over de uiteindelijke begunstigde(n) van hun entiteit zullen moeten meedelen.

Wie zijn nu weer die 'uiteindelijke begunstigden'?

De uiteindelijke begunstigde is de natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over de vennootschap, vzw of stichting. Wie die uiteindelijke begunstigde is, vindt u in het overzicht hieronder.

UBO-register in beheer van … de fiscus!

Het UBO-register zal worden opgericht binnen de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Belgische fiscus dus. Dit betekent dat de Belgische fiscus voortaan een (nagenoeg) perfect beeld zal krijgen van welke natuurlijke personen aan het hoofd staan van vennootschapsgroepen, vzw’s en stichtingen.

Aangezien de identificatie van de uiteindelijke begunstigde eventueel kan lopen via verschillende niveaus van vennootschapsgroepen, eventueel ook via groepsvennootschappen of holdings die in het buitenland zitten, kan de fiscus via die weg ook een beeld krijgen van welke buitenlandse vennootschappen er in de groepsstructuur worden gebruikt.

Bovendien is de creatie van het Belgisch UBO-register gebaseerd op een Europese richtlijn, zodat ook alle andere lidstaten van de Europese Unie een UBO-register moeten oprichten. Tevens moeten alle lidstaten buitenlandse fiscale administraties toegang geven tot dat register voor specifieke vragen. In combinatie met de uitwisseling van informatie over financiële rekeningen in het kader van de zgn. ‘Common Reporting Standards (CRS)’ zal de fiscus verder helpen de buitenlandse structuren nog beter in kaart te brengen.

Onduidelijk waarvoor de fiscus de info uit het UBO-register mag gebruiken

In de parlementaire voorbereiding op de nieuwe wet staat weliswaar dat de fiscale diensten het UBO-register enkel kunnen raadplegen voor de doeleinden van deze wet, namelijk het voorkomen van witwassen van geld en de strijd tegen de financiering van terrorisme. Intussen staat in het ontwerp van Programmawet dd. 6 november 2017 evenwel letterlijk opgenomen dat de administratie het UBO-register zal kunnen raadplegen ‘teneinde de juiste heffing van de belasting te verzekeren’. Dit laatste zou betekenen dat de fiscus dus in het kader van een fiscale controle wel degelijk het UBO-register kan raadplegen voor de opbouw van zijn dossier.

De concrete modaliteiten van het UBO-register moeten echter nog worden uitgewerkt in koninklijke besluiten, zodat voorlopig nog onduidelijk is hoe ver de fiscus zal kunnen gaan.

Tot slot valt nog op te merken dat via het UBO-register de Belgische fiscus voortaan kan beschikken over een inventaris van het aandelenbezit van de natuurlijke personen die uiteindelijke begunstigde zijn van een (internationale) vzw of stichting. Kwatongen beweren dat op die manier de instelling van een vermogenskadaster weer een stapje dichterbij is…

UBO-register nog niet in stelling

De wijze waarop de informatie verzameld wordt, alsook de verdere details betreffende de toegang en de aanwending van de gegevens in het UBO-register, moeten nog worden uitgewerkt in een koninklijk besluit.

Voorlopig hoeft u dus nog niets te ondernemen. Naar verwachting zal het register vanaf juni 2018 werkzaam zijn.

Wie zijn die "uiteindelijke begunstigden"?

Uiteindelijke begunstigde van een vennootschap

Voor vennootschappen zijn de uiteindelijke begunstigden de natuurlijke personen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een 'toereikend percentage' van de stemrechten of van de aandelen in deze vennootschap houden. Dit is een feitenkwestie die geval per geval dient te worden beoordeeld. De wetgever geeft wel aan dat het rechtstreeks of onrechtstreeks houden van een belang van meer dan 25% van de stemrechten, de aandelen of het kapitaal van de vennootschap, te beschouwen is als een 'indicatie van een toereikend percentage'.

Natuurlijke personen die rechtstreeks of onrechtstreeks een belang van 25% of meer hebben, kunnen dus best worden beschouwd als uiteindelijke begunstigde.
Indien er op basis van bovenstaande definitie geen uiteindelijke begunstigde van de vennootschap kan worden bepaald, zijn de uiteindelijke begunstigden de natuurlijke personen die zeggenschap hebben over de vennootschap via andere middelen (bijv. een aandeelhoudersovereenkomst of andere constructie).

Indien er ook via de tweede definitie geen uiteindelijke begunstigde kan worden aangeduid, wordt het 'hoger leidinggevend personeel' beschouwd als uiteindelijke begunstigde. Hiermee wordt bedoeld: de leiders van de vennootschap die in de praktijk de meest beslissende invloed uitoefenen op het beheer van de vennootschap (in de praktijk vaak de CEO of de voorzitter van het directiecomité).

Uiteindelijke begunstigde van een fiducie of trust

Volgens de nieuwe wet worden beschouwd als uiteindelijke begunstigde van een fiducie of trust:

  1. de oprichter
  2. de fiduciebeheerder(s) of trustee(s)
  3. de eventuele protector
  4. de begunstigden, of wanneer de personen die de begunstigden van de fiducie of van de trust zijn, nog niet werden aangeduid, de categorie van personen in wier hoofdzakelijk belang de fiducie of de trust werd opgericht of werkzaam is
  5. elke andere natuurlijke persoon die wegens het feit dat hij directe of indirecte eigenaar is of via andere middelen, uiteindelijke zeggenschap over de fiducie of de trust uitoefent.


Uiteindelijke begunstigde van een (internationale) vzw of stichting

Volgens de nieuwe wet worden beschouwd als uiteindelijke begunstigde van een (internationale) vzw of stichting:

  1. de bestuurders van de vzw of stichting
  2. de personen die gemachtigd zijn de vzw of stichting te vertegenwoordigen
  3. de personen belast met het dagelijks bestuur van de vzw of stichting
  4. de stichters van een stichting
  5. de natuurlijke personen of, wanneer deze personen nog niet werden aangeduid, de categorie van natuurlijke personen in wier hoofdzakelijk belang de vzw of stichting werd opgericht of werkzaam is
  6. elke andere natuurlijke persoon die via andere middelen uiteindelijke zeggenschap over de vzw of stichting uitoefent.