article banner
BTW Flash

6% btw-tarief voor renovatie enkel voor privéwoningen ouder dan 10 jaar.

Lode Agache Lode Agache

Om een woning te renoveren aan het 6% BTW dient de privé woning voortaan ouder te zijn dan 10 jaar om van het voordeeltarief te kunnen genieten.

De ouderdomsvereiste van een woning om in aanmerking te komen voor het verlaagde btw-tarief van 6% op bepaalde renovatiewerken met betrekking tot privéwoningen werd verhoogd van 5 jaar naar 10 jaar. Enkel de werken die worden verricht aan een privéwoning die sedert ten minste 10 jaar in gebruik is genomen zullen nog in aanmerking kunnen komen voor dit verlaagd btw-tarief van 6%. De werken aan woningen jonger dan 10 jaar zullen steeds onderworpen zijn aan het standaard btw-tarief van 21%. De nieuwe maatregel had normaal gezien vanaf 1 januari 2016 in werking moeten treden, Er was ook reeds in een overgangsregime voorzien. Het Koninklijk Besluit dat deze nieuwe maatregel moest invoeren werd echter pas gepubliceerd op 2 februari 2016, waardoor de nieuwe maatregel pas in werking is getreden vanaf 12 februari 2016 (10de dag na publicatie in het Belgisch Staatblad).

Voorgaande betekent dat woningen die voor het eerst in gebruik zijn genomen in de loop van 2006 of vroeger, sowieso voldoen aan de ouderdomsvereiste van 10 jaar en kunnen genieten van het verlaagd btw-tarief van 6%. Woningen die in gebruik zijn genomen vanaf 1 januari 2012 kunnen daarentegen niet voldoen aan de ouderdomsvereiste en voor deze woningen zal in principe het standaard btw-tarief van 21% gelden.

Een overgangsregime werd voorzien voor woningen die in gebruik zijn genomen tussen 1 januari 2007 en 31 december 2011 (het oorspronkelijke overgangsregime werd verlengd tot 12 februari 2016 en dientengevolge aangepast). Het overgangsregime is toepasselijk indien er voor de concrete werken:

  • Er bestaat uiterlijk op 11 februari 2016 een overeenkomst met betrekking tot de concrete werken. Het bewijs ervan kan worden geleverd door aan de overeenkomst een vaste datum te geven (door registratie) of door een kopie van de overeenkomst neer te leggen op het btw-controlekantoor van de dienstverrichter. Een ontvangstbewijs moet door de dienstverrichter worden bewaard;
  • De (eventuele) aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning werd uiterlijk op 11 februari 2016 ingediend. De indieningsdatum moet kunnen worden aangetoond aan de hand van een door de gemeente uitgereikt ontvangstbewijs, of het bewijs van een aangetekende zending of het bewijs van een digitale indiening via een overheidsplatform. De aannemer/dienstverrichter moet een kopie bewaren van die aanvraag, het bewijs van de indieningsdatum en de stedenbouwkundige vergunning;
  • Het (eventuele) meldingsformulier (in het kader van de stedenbouwkundige meldingsplicht) werd uiterlijk op 11 februari 2016 ingediend. De indieningsdatum moet kunnen worden aangetoond aan de hand van een door de gemeente uitgereikt ontvangstbewijs, of het bewijs van aangetekende zending of het bewijs van digitale indiening via een overheidsplatform. De aannemer/dienstverrichter moet een kopie bewaren van het meldingsformulier en van het bewijs van de indieningsdatum.

Voor de werken in het overgangsregime moet uiterlijk op 11 februari 2016 uiteraard ook voldaan zijn aan alle toepassingsvoorwaarden van de oude tariefregeling. De factuur voor de betreffende werken dient bovendien uiterlijk op 31 december 2017 te worden uitgereikt.