article banner
Btw

Btw op vouchers toegelicht

Lorien Van den Bempt Lorien Van den Bempt

Richtlijn 2016/1065 over de btw-behandeling van vouchers moest in principe uiterlijk op 31 december 2018 zijn omgezet naar Belgisch recht. Door de val van de regering eind 2018 kon het betreffende wetsontwerp nog niet goedgekeurd worden. Intussen is dit wel gebeurd. De nieuwe regels werden inmiddels via FAQ in een Circulaire 2018/C/127 van 7 december 2018 reeds toegelicht.

Over welke vouchers gaat het?

Er is sprake van een voucher wanneer (1) er een verplichting bestaat om de voucher te aanvaarden als gehele of gedeeltelijke tegenprestatie voor goederenleveringen of diensten, en (2) op de voucher zelf of in de bijhorende documentatie, de betreffende levering/dienst, de identiteit van de potentiële verrichter, alsook de voorwaarden voor het gebruik van de voucher worden vermeld. Het kan gaan om cadeaucheques, eco-cheques, bioscoopvouchers, vouchers voor toegang tot een pretpark, vouchers voor een menu met maaltijd en drank in een Belgisch restaurant (waarbij de verhouding tussen maaltijd en drank reeds vastligt als bijvoorbeeld 65%-35%), etc.

‘Vouchers voor enkelvoudig gebruik’ versus ‘vouchers voor meervoudig gebruik’

Voor het bepalen van de juiste btw-behandeling is het onderscheid tussen ‘vouchers voor enkelvoudig gebruik’ (’single purpose vouchers’) en ‘vouchers voor meervoudig gebruik’ (‘multi purpose vouchers’) van belang.

Bij een ‘voucher voor enkelvoudig gebruik’ of ‘EG-V’ staat de btw-behandeling van de onderliggende transactie reeds vast bij de uitgifte van de voucher. Dat wil zeggen dat plaats van de transactie en het bedrag van de verschuldigde btw (maatstaf van heffing, btw-tarief of toepasselijke vrijstelling) reeds bekend zijn op het moment van de uitgifte van de voucher. Zoals dat in België historisch reeds werd toegepast voor deze vouchers, zal nu ook in de wet worden opgenomen dat bij de uitgifte ervan alsook bij elke daaropvolgende doorverkoop de btw verschuldigd is alsof de levering of dienst plaatsvindt. Daaruit volgt ook dat bij de omruiling zelf van de voucher, de effectieve levering of dienst niet meer belast moet worden. Wanneer de uitgever van de voucher niet dezelfde persoon is als de leverancier of dienstverrichter, dan wordt deze laatste geacht de goederen of diensten te hebben verstrekt aan de uitgever van de voucher, en wordt er alsnog btw verschuldigd.

Voorbeelden: Een voucher voor een overnachting met ontbijt in een Belgisch hotel (btw-tarief 6%), een voucher voor aankoop in een speelgoedwinkel (btw-tarief 21%), een voucher voor een bioscoopbezoek (btw-tarief 6%).

Bij ‘vouchers voor meervoudig gebruik’ of ‘MG-V’s’ gaat het om vouchers waarvoor het op het moment van de uitgifte of verkoop nog niet duidelijk is welke btw-behandeling van toepassing zal zijn op de levering of dienst die wordt verricht tegen inwisseling van de voucher. Er bestaat aldus nog onduidelijkheid over de plaats van de transactie en/of het bedrag van de verschuldigde btw (maatstaf van heffing en het toepasselijk btw-tarief of de toepasselijke vrijstelling zijn niet bekend). Het gaat dus om vouchers die voor meerdere transacties met een afzonderlijke btw-regeling kunnen worden gebruikt en/of die (ook) in andere lidstaten kunnen worden gebruikt. De btw-behandeling van de dienstverrichting of levering zal slechts komen vast te staan op het ogenblik van de omruiling van de voucher. Het is dan ook slechts op het moment van de omruiling dat de btw verschuldigd wordt.

Voorbeeld: Een voucher voor een hotel met een nominale waarde van €150, waarbij de gebruiker de keuze heeft dit bedrag aan te wenden voor een overnachting met ontbijt (btw-tarief 6%) en/of voor een diner in het restaurant (btw-tarief 12% en 21%). Eventueel kan dergelijke voucher eveneens in bepaalde hotels in het buitenland gebruikt worden (btw-behandeling van het land waar het hotel is gelegen).

Over welke prijs wordt de verschuldigde btw berekend?

Als uitgangspunt geldt dat de btw verschuldigd wordt over alles wat als tegenprestatie wordt betaald voor de voucher aan de laatste overdrager, verminderd met het bedrag van de btw over de levering of dienst. Wanneer bij een MG-V deze informatie niet bekend is, dan dient de btw te worden berekend over de monetaire (nominale) waarde die op de voucher zelf of in de bijhorende documentatie is vermeld (verminderd met het btw-bedrag). Voor een EG-V geldt daarentegen de algemene regel: de btw is bij elke overdracht verschuldigd over de vergoeding die door de verkoper van de voucher wordt ontvangen, zelfs al zou deze lager zijn dan de nominale waarde.

Wat met niet-gebruikte vouchers die vervallen?

Vervallen EG-V’s zullen in principe geen recht op teruggaaf van btw meer verlenen. Dit zou enkel het geval kunnen zijn wanneer de uitgever de voucher zou terugnemen en de klant effectief zou terugbetalen. Deze problematiek stelt zich uiteraard niet bij MG-V’s aangezien bij deze vouchers de btw slechts moet worden afgedragen op het moment van de omruiling.