DIRECT TAX

Liquidatiereserve: Asymmetrische Toebedeling bij Gemengd Aandeelhouderschap

Door:
insight featured image
Onderwerpen

Nieuwe Fiscale Opportuniteit

De liquidatiereserve is een belangrijk instrument voor KMO-vennootschappen om de fiscale druk op dividenduitkeringen te verlichten. Met de recente evoluties in het vennootschapsrecht ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor vennootschappen met gemengd aandeelhouderschap. Wij belichten kort de belangrijkste aspecten en recente ontwikkelingen.

Liquidatiereserve

Dividenduitkeringen aan natuurlijke personen zijn in principe onderhevig aan een roerende voorheffing van 30%. Om dit tarief enigszins te milderen, hebben KMO-vennootschappen de mogelijkheid om winsten, in plaats van ze onmiddellijk uit te keren als dividend, te reserveren op een aparte passiefrekening, m.n. de liquidatiereserve.

Voordelen van de liquidatiereserve bij dividenduitkeringen

Bij de aanleg van deze reserve is een anticipatieve heffing van 10% verschuldigd door de vennootschap. Bij uitkering van winsten uit de liquidatiereserve is vervolgens nog 20% of 5% roerende voorheffing verschuldigd, afhankelijk van het feit of de uitkering wordt verricht binnen een termijn van 5 volledige boekjaren na reservering, dan wel erna. Bij vereffening van de vennootschap kan de liquidatiereserve zelfs volledig belastingvrij worden uitgekeerd.

Afgaand op het regeerakkoord worden de tarieven en de wachttermijn in de nabije toekomst mogelijks gewijzigd. We verwijzen hierbij naar onze sectie over het regeerakkoord (personenbelasting).  

Gemengd aandeelhouderschap

Het aanleggen van een liquidatiereserve in een vennootschap waarvan de aandelen (deels) in handen zijn van een andere vennootschap (holding), is niet interessant. Indien de vennootschap-aandeelhouder de DBI-aftrek kan genieten, is een ontvangen dividend immers belastingvrij, zonder noodzaak voor de aanleg van een liquidatiereserve. Ook indien aandelen – op korte of lange termijn – zullen worden verkocht aan een andere vennootschap, is de aanleg van een liquidatiereserve dan ook af te raden.

Dit is temeer het geval omdat de Minister van Financiën – hierover ondervraagd in 2015 – heeft aangegeven dat het niet mogelijk is om de liquidatiereserve bij voorrang uit te keren aan de aandeelhouders-natuurlijke personen omwille van identieke winstrechten voor alle aandeelhouders.

Sindsdien is echter het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen in werking getreden dat nieuwe opportuniteiten biedt op dit vlak. Voortaan zijn er immers meer mogelijkheden om in de statuten te voorzien in een ongelijke verdeling van dividendrechten tussen verschillende aandelenklassen.

Asymmetrische toebedeling van de liquidatiereserve

Bij een asymmetrische toebedeling van gereserveerde winsten wordt de liquidatiereserve bv. uitgekeerd aan de aandeelhouders-natuurlijke personen (die kunnen genieten van de verlaagde tarieven). Aan de aandeelhouders – vennootschappen worden dan andere ‘beschikbare reserves’ uitgekeerd.

Statutenwijziging

Om een asymmetrische toebedeling in een bestaande vennootschap door te voeren, is een statutenwijziging vereist, waarbij er twee ‘soorten’ van aandelen worden gecreëerd: bv. ‘A-aandelen’ (die aangehouden worden door natuurlijke personen) en ‘B-aandelen’ (die aangehouden worden door vennootschappen).

Rulingcommissie: bevestiging van fiscale validiteit

De Rulingcommissie heeft inmiddels in meerdere voorafgaande beslissingen bevestigd dat deze constructie niet als fiscaal misbruik wordt beschouwd. De creatie van verschillende aandelenklassen is immers niet strijdig met de fiscale doelstelling van de liquidatiereserves. Bovendien zijn er ook economische motieven om de statutenwijziging te rechtvaardigen.

De statutenwijziging maakt immers een beter beheer van het gemengd aandeelhouderschap mogelijk en neemt een hinderpaal weg voor de instap van nieuwe investeerders met verschillende hoedanigheden, wat uiteraard van belang voor de continuïteit van de vennootschap op lange termijn. Het feit dat de liquidatiereserves zijn aangelegd vóór de statutenwijziging, vormt in dit kader evenmin een probleem.

Conclusie

Wanneer er aandelen van een vennootschap worden overgedragen naar een aandeelhouder-vennootschap, gaan de voordelen van de liquidatiereserves zonder ‘preventieve statutenwijziging’ verloren en wordt de reeds betaalde 10% belasting – achteraf gezien – een zinloze kost. Deze is immers definitief en kan niet worden verrekend of teruggevorderd (noch door de vennootschap zelf, noch door de aandeelhouder-vennootschap).

Het tijdig creëren van verschillende aandelenklassen met gedifferentieerde winstrechten biedt een oplossing die nu ook fiscaal is gevalideerd. Vennootschappen met gemengd aandeelhouderschap die optimaal gebruik willen maken van de liquidatiereserve, doen er dus goed aan deze piste te overwegen.

Professioneel Advies: Essentieel voor Correcte Implementatie

Gezien de complexiteit van deze materie en het belang van een correcte implementatie, is professioneel advies op maat sterk aanbevolen. U kan hiervoor uiteraard terecht bij uw vertrouwde Grant Thornton adviseurs.